Ook voor bijen is het goed toeven op biologische boerderij “De Schoffel”.
Ad van Esch heeft er namelijk 11 bijenkasten staan.
Bijen zijn heel belangrijk voor de bestuiving van de planten.
Vooral voor de courgetteplanten, pompoenen en de fruitbomen die we hier hebben.
En natuurlijk maken onze bijen ook heerlijke bloemenhoning, o.a van de nectar van crocussen en wilgen.
In het voorjaar, als het zo’n 11 graden is, vliegen de bijen uit.
Ze vliegen dan tot ongeveer oktober, als het weer kouder begint te worden.
Stuifmeel halen ze bij de bloemen als voer voor de jonge bijen.
De nectar gaat door hun honingmaag. Dat wordt dan honing die wordt opgeslagen in de raatjes.
Als de honing in de raat zit en er zit een waslaag over (Dit doen de bijen), dan is de honing rijp.
De honing kan geslingerd worden. Slingeren is het oogsten van de honing. Dit gebeurt in een soort centrifuge.
Daar worden de honingraten ingedaan. Dat wordt rondgedraaid en onderuit de centrifuge zit dan een kraantje waar
de honing eruit kan stromen.
De imker zeeft de honing en slaat die op in een roestvrijstalen vat, ongeveer een week.
Dan schuimt hij de honing af en kan de honing in potjes gedaan worden.
Deze imker slingert de honing koud. Dit is beter voor de kwaliteit.
(Fabriekshoning wordt vaak verhit, zodat er meer honing uitgeslingerd kan worden en de honing niet versuikerd.)
Onze imker laat ieder jaar zijn honing keuren op kwaliteit.
De keuring toont ook aan hoe lang de honing houdbaar is.
Ad, de imker slingert 2 x per jaar de honing. In het voorjaar en in de zomer.
Zo krijg je dan voorjaarshoning en zomerhoning.
Na de tweede keer slingeren, op het einde van het bijenseizoen, voert de imker de bijen bij met 15 kg suikerwater.
Zo kunnen de bijen overwinteren.
Dit doen ze dicht op elkaar, op een tros, in de bijenkast, zodat ze zichzelf warm kunnen houden.
In de winter worden bijen ongeveer een half jaar oud.
Onze imker doet ook aan koninginneteelt. Dan brengt hij de koningin naar een paringstation.
Dit doet hij om zijn volk niet te groot te laten worden, zodat het volk sterk blijft.
Als een volk te groot wordt, gaat de koningin weg en dan gaan ze zwermen.
Dan vliegen de bijen als een tros in de boom en dan kun je een nieuw volk “scheppen”.